De coronapandemie en de daaropvolgende maatregelen hadden een invloed op de hiv-testactiviteiten, seksueel gedrag en migratiedynamieken, stelt Sciensano. Tijdens de lockdowns lag de hiv-testactiviteit lager. Sciensano vermoedt eveneens dat hiv dan minder overgedragen werd: door de beperkingen op fysieke en sociale contacten waren er waarschijnlijk minder seksuele interacties. Voor die hypothese ziet Sciensano twee aanwijzingen. In vergelijking met 2019 werden er in 2020 de helft minder acute hiv-infecties vastgesteld. Bovendien daalde het gebruik van preventieve medicatie, gekend als PrEP, vanaf april 2020. De reisbeperkingen lieten dan weer hun sporen na op de internationale migratie naar België en, stelt Sciensano, op de diagnose van hiv bij buitenlanders.
Gemiste diagnoses
«Het is wellicht ook zo dat de beperkte toegankelijkheid tot testfaciliteiten tijdens de lockdownperiodes het stellen van een diagnose voor sommige personen heeft vertraagd en tot gemiste diagnoses heeft geleid», stipt Sciensano echter aan. «Een optimale zorgverlening voor hiv-patiënten vereist een continuïteit van diensten tijdens verschillende stadia: screening, diagnose, opname in de zorg, behoud van de zorg, aanvang van de antiretrovirale behandeling en het bereiken van een niet-detecteerbare virale lading», zegt Sciensano. Tijdens de lockdowns moest de hiv-zorg echter anders georganiseerd worden. Toch bleef de dekkingsgraad van de antiretrovirale behandeling optimaal en doeltreffend, stelt het gezondheidsinstituut.
Zevenenzeventig procent van de mensen die met hiv leven in België, beschikken over een niet-detecteerbare virale lading. Zo haalde België de doelstelling van UNAIDS, het programma van de Verenigde Naties, die ligt op 73 procent. «Bijkomende inspanningen om het aantal nieuwe hiv-infecties te beperken en te zorgen voor een vroegtijdige diagnose en retentie in de zorg zullen bepalend zijn om de UNAIDS doelstellingen voor 2030 te bereiken», stelt Sciensano nog in zijn rapport. Om hiv verder terug te dringen, moet niet alleen het aantal nieuwe infecties naar omlaag, maar moeten besmette personen ook snel een diagnose en een behandeling krijgen.
Diverse en inclusieve aanpak
Sinds het begin van de hiv-epidemie worden in België twee groepen bijzonder getroffen: mannen die seks hebben met mannen van Belgische nationaliteit en heteroseksuele mannen en vrouwen afkomstig uit Sub-Sahara-Afrika. In 2020 maakten zij 40 procent van de nieuwe hiv-diagnoses uit. «Gezien de dalende trend van de diagnoses in deze sleutelpopulaties winnen bevolkingsgroepen met andere nationaliteiten, zowel bij mannen die seks hebben met mannen als bij heteroseksuelen, relatief aan belang», stelt Sciensano. «Inclusieve en toegankelijke preventie- en teststrategieën, alsook zorg voor alle betrokken doelgroepen zijn dus noodzakelijk.»
Eenzelfde geluid klinkt bij Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid. «Deze cijfers steunen Sensoa in zijn strategie om doelgroepen gericht aan te spreken om zich te laten testen of om PrEP te overwegen. Sensoa wil zich ook engageren naar een meer diverse en inclusieve aanpak om die groepen waarin we de daling niet weerspiegeld zien, beter te bereiken.»