In opdracht van het Vlaams Departement Omgeving werd vorig jaar een onderzoek uitgevoerd door het studiebureau Corridor. De ree is een algemene verschijning in het Hallerbos en werd 1.221 keer waargenomen tijdens het onderzoek. De vos werd er 419 keer waargenomen met wildcamera’s en ook 2 keer via veldwaarnemingen, die aantonen dat de soort verspreid over het studiegebied voorkomt. Andere zoogdiersoorten die waargenomen werden zijn de steenmarter, de bunzing en de wezel.
Reptielen en amfibieën werden onderzocht met bitumen golfplaatjes, die een kunstmatige verblijfplaats vormen voor soorten. De hazelworm is een bijzondere hagedissensoort die waargenomen werd in het Hallerbos.
Er werd ook een hoge soortenrijkdom aan vleermuizen aangetroffen in het studiegebied. Het gaat om minstens negen verschillende soorten vleermuizen, allemaal beschermde soorten in België.
Representatieve soortenrijkdom
Als algemene conclusie van het ecologisch onderzoek geldt dat de waargenomen soortenrijkdom representatief is voor een boscomplex in de leemstreek, waarbij voornamelijk soorten van gesloten tot halfopen boslandschappen werden waargenomen.
Verder toont de studie aan dat er verschillen zijn in het aantal diersoorten dat aan beide zijden van de R0 waargenomen wordt. «Kortweg gezegd is er te weinig uitwisseling tussen de dieren door de aanwezigheid van de R0 en het ecoraster», verduidelijkt Vlaams minister van Omgeving Demir. «Dit onderzoek pleit dus voor de bouw van een ecoduct in het Hallerbos. In combinatie met het bestaande ecoraster, kan zo’n groene verbinding ervoor zorgen dat dieren veilig de weg kunnen oversteken. Momenteel wordt de bouw van een ecoduct voorbereid in kader van het Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering (VAPEO).»