Onderwijsminister Weyts wil al langer een systeem met Vlaanderenbrede, centrale toetsen invoeren. Het gaat om toetsen Nederlands en Wiskunde bij álle leerlingen in Vlaanderen, en dat op vier momenten in de schoolloopbaan: het vierde en zesde jaar van het lager onderwijs en het tweede en zesde jaar van het middelbaar.
Volgens de minister moeten die toetsen helpen in de strijd tegen de dalende onderwijskwaliteit en zijn ze een goed instrument om «de onderwijskwaliteit in de gaten te houden». Het systeem moet scholen ook toelaten «om zich te vergelijken met vergelijkbare scholen» en geeft leerlingen en ouders een zicht op de evolutie van individuele leerlingen. Het ontwerp van decreet gaat nu naar het Vlaams Parlement.
Scherpe kritiek
Op de plannen kwam eerder wel kritiek. Zo bracht de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) een erg kritisch advies uit. De raad bestempelde de plannen als «juridisch onvoldoende onderbouwd» en zei dat «de inhoudelijke motivatie voor het invoeren van de Vlaamse toetsen tekortschiet». «Daardoor schuurt het met de vrijheid van onderwijs.» Doorzetten met de huidige plannen is volgens de Vlor gewoon «geen goede zaak voor het onderwijs en de bredere samenleving».
Weyts zoekt steun bij Raad van State
Maar volgens minister Weyts is er intussen een positief advies van de Raad van State. «De Raad van State bevestigt dat de Vlaamse Toetsen de onderwijsvrijheid niet schenden», klinkt het. «De Vlaamse overheid mag er ook voor zorgen dat de resultaten van de Vlaamse Toetsen niet zomaar vallen onder de openbaarheid van bestuur. Dat is belangrijk, omdat zo vermeden kan worden dat er ranglijstjes van scholen opgemaakt worden».
Bedoeling is om het systeem in mei een eerste keer uit te testen in ongeveer 700 scholen bij meer dan 21.000 Vlaamse leerlingen uit het vierde leerjaar en het tweede jaar secundair onderwijs. Die test - minister Weyts spreekt van een «generale repetitie» - moet helpen om het instrument verder te verfijnen om de toetsen dan in 2024 af te kunnen nemen bij alle betrokken leerlingen.