Het experiment werd uitgevoerd bij een representatieve groep van amateursporters. Bij de zogenaamde Reactive Balance Test werd behalve de reactiesnelheid ook de accuraatheid gemeten waarmee de sporters reageerden. Ze legden de evenwichtstest af zowel voor als na een zware inspanning.
Minder accuraat
«In onze studie bleef de reactiesnelheid min of meer gelijk, maar daalde de accuraatheid significant, terwijl we op hetzelfde moment veranderingen in hersenactiviteit zagen optreden door de opgewekte vermoeidheid», zegt Bruno Tassignon, die het onderzoek van de onderzoeksgroep Human Physiology and Sports Physiotherapy van de VUB leidde.
Bij klassieke functionele testen werd geen negatieve invloed van vermoeidheid op de prestatie vastgesteld. Mogelijk is dat te verklaren omdat de sporter van begin tot einde weet wat er zal gebeuren en er geen onverwachte cognitieve prikkels gegeven worden, luidt het.
De VUB-vorsers denken dat hun bevindingen belangrijk kunnen zijn om het risico op blessures bij sporters te bepalen. Uit eerder onderzoek was al gebleken dat bepaalde sportblessures het vaakst optreden naar het einde van een inspanning toe, zoals tijdens de tweede helft van een voetbalwedstrijd. Het risico op een sportblessure wordt ook groter naarmate de cognitieve prestaties minder worden, zo leert de literatuur. Tassignon vermoedt een rol voor het brein en vermoeidheid bij het ontstaan van sommige sportblessures.