Vogelbescherming Vlaanderen organiseert al sinds 2005 de ‘vogel van het jaar’-verkiezing om onze inheemse wilde vogels in de kijker te zetten. Dit jaar stond de verkiezing in het teken van stadsvogels.
Een putter is herkenbaar aan zijn rood-wit-zwarte kop en gele vleugelstreep. Het mannetje en vrouwtje zien er hetzelfde uit. Een volwassen putter is ongeveer 10 à 13 centimeter groot: groter dan een pimpelmees, kleiner dan een koolmees.
Kooivogel
De putter was gedurende vele eeuwen een ontzettend populaire kooivogel. Dat had de vogel te ‘danken’ aan zijn mooie verenkleed, energieke zang en intelligentie: de putter kon aangeleerd worden om via een minuscuul emmertje, vastgemaakt via een touwtje aan zijn pootje, zelf drinkwater te ‘putten’. Het leverde het vogeltje ook zijn Nederlandstalige naam op.
Zijn populariteit kostte de putter dus ook lange tijd zijn vrijheid. Daar kwam pas echt verandering in toen er in 1972 een algemeen verbod op vogelvangst werd afgedwongen in België. Sindsdien is de putter bezig aan een opmars. Bij de laatste grote inventaris van broedvogels, nu twintig jaar geleden, schatte men het aantal broedpaartjes in Vlaanderen op 650 à 1.200. De nieuwe Vogelatlas wordt in 2025 verwacht, maar het staat nu al vast dat de putter dat cijfer zal verpulveren, zegt Vogelbescherming Vlaanderen.