Volgens Partena Professional zijn 12,69 procent van de werknemers tussen 20 en 29 jaar die ouderschapsverlof opnemen mannen, tegenover 24,57 procent bij de 30- tot 39-jarigen. Vanaf 49 jaar stijgt het aandeel van mannelijke werknemers die ouderschapsverlof opnemen naar 46,38 procent. In de categorie 50 tot 59 jaar vertegenwoordigen mannen 70,05 procent. Deze cijfers zijn afkomstig van een staal van ongeveer 8.000 werknemers.
Arbeiders vs. bedienden
«Ook het verschil in vertegenwoordiging van mannen tussen arbeiders (39,54 procent) en bedienden (29,74 procent) bij de ouders die ouderschapsverlof opnamen, is opvallend», constateert Wim Demey, Customer Intelligence Manager bij Partena Professional. Bij de werknemers die ouderschapsverlof opnamen en met als hoogste diploma dat van lager onderwijs, bedraagt het aandeel mannen 40,38 procent. Bij werknemers met als hoogste diploma dat van secundair onderwijs daalt het percentage naar 36,01 procent. Bij de houders van een niet-universitair hoger onderwijsdiploma daalt de verhouding verder naar 31,55 procent. Bij de houders van een universitair diploma tot slot vertegenwoordigen mannen 28,18 procent van de werknemers die ouderschapsverlof opnamen.
«Het aandeel van door mannen opgenomen ouderschapsverlof is de voorbije jaren slechts licht gestegen. Nochtans is er een reële evolutie op het niveau van de wetgeving, maar ook in onze maatschappelijke gewoontes. Toch is het een interessante vaststelling dat het opleidingsniveau een belangrijke rol speelt in het al dan niet opnemen van ouderschapsverlof door mannen», aldus Demey.