De laatste jaren vertrekt gemiddeld tussen 6 en 10 procent van de werknemers bij zijn of haar werkgever. De natuurlijke uitstroom in bedrijven schommelt al jaren rond de 2 procent. Het grootste deel van niet-natuurlijk verloop zijn werknemers die zelf ontslag nemen of ontslagen worden.
De uitbreiding van het systeem van tijdelijke werkloosheid - eerst tijdens corona, nu door de energiecrisis - heeft een opvallende invloed op dat ‘niet-natuurlijk personeelsverloop’ bij de ondernemingen. Bedrijven die hun personeel de voorbije twee jaar langer dan 60 dagen tijdelijk werkloos thuis zetten, zagen dubbel zoveel werknemers vertrekken dan bedrijven die geen gebruik maakten van tijdelijke werkloosheid, leert onderzoek zo voor het eerst.
Korte tijd mag, lange tijd is nefast
Dit jaar vertrok 7,3 procent van de werknemers als ze langer dan 60 dagen tijdelijk werkloos waren. Bij de werknemers die minder dan 60 dagen in tijdelijke werkloosheid zaten, is dat maar 5,6 procent. Bij de bedrijven zonder tijdelijke werkloosheid, zakt dat percentage naar 3,7 procent. In 2021 was er een gelijkaardige trend: tien op de 100 werknemers verlaten de onderneming als ze meer dan 60 dagen tijdelijk werkloos waren, tegen vijf op 100 werknemers die zijn vertrokken in ondernemingen zonder tijdelijke werkloosheid.
Bedrijven die tijdelijke werkloosheid voor korte tijd inroepen, halen er wél voordeel uit. Het personeelsverloop ligt de voorbije twee jaar weliswaar minstens de helft hoger dan bij bedrijven die geen tijdelijke werkloosheid inroepen, maar tegelijkertijd een pak lager dan bij bedrijven die hun werknemers langer dan 60 dagen op tijdelijke werkloosheid plaatsten.
«Als mensen te lang op tijdelijke werkloosheid worden gezet, zijn ze daarna weg. Het systeem van tijdelijke werkloosheid is voor veel bedrijven welkom, maar zet wel tot nadenken bij werknemers over hun professionele toekomst, wellicht ook mede door het inkomensverlies», aldus Dirk Vanderhoydonck van Acerta Consult. Dat geldt in alle sectoren en zowel bij bedienden als bij arbeiders. «Tijdelijke werkloosheid is een noodzakelijke reddingsboei voor heel wat bedrijven, maar mag geen passe-partout worden.»