De energiewaakhond onderzocht de samenstelling van de productportefeuilles van de verschillende energieleveranciers en het besparingspotentieel voor de huishoudens. De CREG onderzocht de productportefeuilles van eind maart. Intussen is de prijs van de aardgascontracten in juli naar het hoogste peil ooit gestegen, en ook voor elektriciteit ligt de prijs deze maand beduidend hoger dan in maart.
Groot potentieel
Dat besparingspotentieel blijkt aanzienlijk. Niet verwonderlijk: uit de cijfers blijkt dat amper één gezin op tien in Vlaanderen klant is bij de goedkoopste leveranciers. Concreet vertegenwoordigen de tien duurste elektriciteitsproducten 27 procent van de volledige markt, of goed voor 658.000 huishoudens, terwijl de tien goedkoopste producten maar goed zijn voor 12 procent van de totale markt of 287.000 huishoudens.
Voor aardgas vertegenwoordigen de tien duurste producten in Vlaanderen 30 procent (523.000 huishoudens) van de volledige markt, terwijl de tien goedkoopste 9 procent (157.000 huishoudens) vertegenwoordigen. De cijfers voor Wallonië en Brussel zijn min of meer gelijkaardig.
Dat maakt volgens de regulator dat op basis van alle contracten het besparingspotentieel in Vlaanderen op jaarbasis voor zo’n 480.000 huishoudens oploopt van 100 tot 360 euro voor elektriciteit. Voor aardgas situeert het besparingspotentieel op jaarbasis voor zo’n 570.000 huishoudens zich tussen 125 en 540 euro.