1 SEPTEMBER. Lerarentekort wordt grootste uitdaging van het onderwijs

1 SEPTEMBER. Lerarentekort wordt grootste uitdaging van het onderwijs
Foto N. Lambert

Het lerarentekort is niet nieuw, maar het probleem lijkt urgenter te worden. Bij onderwijskoepel Katholiek Onderwijs Vlaanderen merken ze dat vooral omdat de klachten daarrond vroeger komen. «Vijf à zes jaar geleden kwamen er rond januari pas berichten binnen van directeurs die geen vervangers vonden voor zieken of leraren die met pensioen gingen. Nu geven directeurs aan dat ze hun team niet meer kunnen samenstellen voor het nieuwe schooljaar», verklaart Lieven Boeve. «Vroeger was het team samengesteld voor de zomervakantie, terwijl scholen nu nog actief op zoek zijn. Sommige scholen zullen met te weinig leraren opstarten.»

War for talent

De arbeidsmarkt trekt aan, wat betekent dat het moeilijker is om mensen naar het onderwijs te lokken, zegt Koen Pelleriaux, afgevaardigd bestuurder van het Gemeenschapsonderwijs GO!. «Dat leidt er ook toe dat er grote concurrentie is tussen scholen in de jacht op goede leerkrachten.» Zo zijn directies soms genoodzaakt om iedereen die zich aanbiedt, aan te werven, «terwijl een goede match voor zowel de school als voor het welbevinden van de leraar belangrijk is», zegt Boeve.

De gevolgen zijn enorm. Er zijn grotere klassen en directeurs of mensen zonder het juiste diploma komen voor de klas te staan. Dat heeft gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs. Bovendien zijn er nog eens extra handen nodig om de leervertraging als gevolg van de coronacrisis aan te pakken. Er worden dan wel extra middelen vrijgemaakt, maar daar moeten ook kandidaten voor zijn. Daar wringt het schoentje.

Jaaropdracht in plaats van lesuren

Er gingen al verschillende ballonnetjes op met voorstellen om het probleem aan te pakken. Katholiek Onderwijs Vlaanderen en het Gemeenschapsonderwijs GO! zijn het erover eens dat een opdracht van een leraar niet uitgedrukt moet worden in lesuren, maar wel in een jaaropdracht. Bekijk vervolgens wat de kwaliteiten binnen dat team zijn en verdeel op die manier de taken, luidt de redenering.

Ondersteuning voor didactisch materiaal

Het Gemeenschapsonderwijs GO! stelt voor om dat team ook aan te vullen met heel andere profielen. Die zouden kunnen helpen bij bijvoorbeeld de ontwikkeling van didactisch materiaal of bij de opstelling van toetsen. «Goed didactisch materiaal kan bijvoorbeeld beeldmateriaal bevatten. Waarom kunnen we een deel van het werk niet laten uitvoeren door iemand met bijvoorbeeld een filmdiploma? Die heeft ervaring met storytelling en kan een scenario uitwerken. Dat zijn vaardigheden die niet elke leerkracht heeft», verklaart Pelleriaux. Hij begrijpt de vrees van leerkrachten om gereduceerd te worden tot uitvoerder, maar meent dat een tussenoplossing mogelijk moet zijn. «De bedoeling is om teams nog beter te laten samenwerken, de expertise van andere mensen binnen te brengen in het onderwijs, het onderwijsproces te verbeteren en het lerarentekort op te lossen.»

Katholiek Onderwijs Vlaanderen zou in dat team - ook in het basisonderwijs - graag een mooie mix zien van bachelors, masters en eventueel onderwijsassistenten. De koepel pleit voor een master basisonderwijs naar analogie van de master verpleegkunde. Daarmee zouden studenten die een bacheloropleiding basisonderwijs volgen, nadien nog een master kunnen volgen. Daarmee zullen er niet alleen meer mensen beschikbaar zijn in het onderwijs, er zullen ook andere profielen aangetrokken worden waardoor het lerarenteam diverser wordt en de kwaliteit van het onderwijs stijgt.

Pelleriaux staat ook achter dat voorstel. «Steeds meer jongeren studeren aan de universiteit, terwijl masters enkel in de laatste twee schooljaren van het middelbaar ingezet kunnen worden. Zo verliezen we een grote groep potentiële leraren», zegt hij.

Vaste klas voor jonge leerkrachten

Een ander voordeel van werken vanuit een team is dat directies beter aan personeelsbeleid kunnen doen. «Vorig jaar hadden we al voorgesteld om in het kader van het lerarenplatform een startersjaar mogelijk te maken zodat jonge leerkrachten volwaardig in een school aan de slag kunnen. Nu zie je nog te vaak dat jonge leraren de restopdrachten of de moeilijke klassen krijgen, waardoor ze mogelijk afhaken», verklaart Boeve. «Geef de jonge leerkracht een vaste klas en laat een meer ervaren leraar inspringen in verschillende klassen. Die heeft misschien al aan verschillende leerjaren lesgegeven en is daardoor sneller ingewerkt. Als er dan geen vervangingen zijn, kan die ervaren kracht ingezet worden voor andere zaken zoals coaching van jongere collega’s.»

«Omdat de opdracht van de leraar in lesuren uitgedrukt wordt, lijkt het erop dat die officieel stopt wanneer de uren ingevuld zijn. Een school is echter meer dan lesgeven, hoe cruciaal dat ook is. Het is ook samen de verantwoordelijkheid nemen over de leerlingen en de school. De wijze waarop op dit moment over de loopbaan nagedacht wordt, faciliteert dat niet», aldus Boeve.

De koepels erkennen dat dit oplossingen zijn voor de middellange termijn. Er zijn ook kortetermijnoplossingen nodig. Voor Pelleriaux is jonge leerkrachten aan boord houden daarbij noodzakelijk. «Hen meer betalen is niet evident, maar we kunnen de job van een beginnende leerkracht wel aantrekkelijker maken. Geef hen meteen een voltijdse opdracht en comfortabelere uurroosters.»